Digitale hobbels op de weg
Data uit de sensoren van voertuigen kan helpen om bepaalde afwijkingen in het wegdek sneller en beter in beeld te krijgen. Daarmee is voertuigdata een waardevolle aanvulling op de periodieke asfaltinspecties van wegbeheerders. Voor het meten van stroefheid – belangrijk voor de bandengrip op de weg – ligt het iets complexer.
Moderne auto’s zitten bomvol slimme sensoren die grote hoeveelheden data verzenden. Die (geanonimiseerde) data zegt niet alleen iets over de auto zelf, maar ook over de conditie van de weg. Is het wegdek bijvoorbeeld beschadigd of versleten? En waar dan precies en in welke mate? Dat soort informatie biedt kansen voor slimmer wegbeheer en efficiëntere planningen voor onderhoud.
Hobbels detecteren
In een pilotproject met dataleverancier NIRA Dynamics onderzocht Rijkswaterstaat in hoeverre voertuigdata iets kan zeggen over de toestand van de asfaltverharding. ‘Door bijvoorbeeld vorstschade of kapotte voegovergangen kunnen gevaarlijke hobbels in het wegdek ontstaan’, vertelt Rutger Krans, programmamanager Voorspelling Asfaltonderhoud met Bigdata bij Rijkswaterstaat. ‘De ABS-sensoren van moderne auto’s registreren zo’n beginnende hobbel als ze eroverheen rijden. De grootte van de hobbels wordt afgeleid uit het verschil in wielsnelheden.’
Continu meten
Cecile Giezen, adviseur Wegenbouw bij Rijkswaterstaat vult haar collega aan: ‘Omdat er continu duizenden auto’s over de weg rijden, hebben we in feite ook continu duizenden rijdende meetpunten om die afwijkingen in kaart te brengen. Realtime, 7 dagen per week en 24 uur per dag. In de pilot is hiervoor een dashboard gemaakt waarmee wegbeheerders de conditie van hun wegen wekelijks kunnen monitoren. Zo hebben ze dus sneller inzicht en kunnen ze sneller en gerichter maatregelen nemen.’
Stroefheid van het asfalt
In de pilot is ook gekeken naar de stroefheid van het asfalt, die belangrijk is voor de bandengrip op de weg. Giezen: ‘Bij stroefheid speelt een groot aantal factoren mee, zoals temperatuur, hoeveelheid water, bandenspanning en de geschiedenis van het weer en van de weg. Het is enorm ingewikkeld om al die factoren in de voertuigdata te verrekenen. Toch lijkt het mogelijk om bepaalde problemen met stroefheid te kunnen identificeren aan de hand van voertuiggegevens.’
Waardevolle aanvulling
Giezen en Krans zien voertuigdata vooral als een waardevolle aanvulling op de (twee)jaarlijkse incidentgestuurde asfaltinspecties van wegbeheerders bij alle overheden. Giezen: ‘Ook voor plekken die voor onze eigen meetwagens lastig zijn om te monitoren, zoals in bochten en op- en afritten. Zo krijgen we met deze data een nog completer beeld van de conditie van het infrastructuurnetwerk.’
Meer veiligheid, minder hinder
De resultaten van de pilot worden meegenomen in een Europese aanbesteding onder dataleveranciers, door het directoraat-generaal Mobiliteit van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in samenwerking met wegbeheerders en het Nationaal Dataportaal Wegbeheer (NDW). ‘Op basis van onze bevindingen hebben we een mooie set aan specificaties voor de aanbesteding kunnen opstellen’, zegt Krans. ‘Dat is belangrijk, want uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel voor ogen: meer veiligheid en minder hinder op de weg.’
Reacties