
De Hub Locator brengt kansrijke locaties in beeld
Mobiliteitshubs zijn belangrijke knooppunten waar verschillende vervoerstromen én voorzieningen samenkomen. Over hubs wordt in Nederland al lange tijd gesproken, maar er zijn ook nog veel vragen. Zoals: welke hub past bij de ambities van een gemeente? En: welke locatie is geschikt voor een hub? De Hub Locator biedt uitkomst. “Hiermee willen we meer inzicht bieden in kansrijke locaties voor mobiliteitshubs”, vertelt Guido Scheerder, adviseur Retail & Centrumontwikkeling bij Goudappel.
De keuze om een mobiliteitshub te realiseren, kan verschillende redenen hebben. Om de doorstroming in steden en woonwijken te verbeteren bijvoorbeeld. Om de leefkwaliteit te verhogen of duurzaam mobiliteitsgedrag te stimuleren. Scheerder: “Met de Hub Locator, die we ontwikkeld hebben binnen het DMI-ecosysteem, brengen we in beeld welk type hub het beste past, wat de meest strategische plek is om zo’n hub te plaatsen en hoe groot de potentie is. Daarbij houden we rekening met lokale vervoersstromen en voorzieningen en de beleidsambities van een gemeente. Sluit de hub aan op het wegennet? Hoe is de aansluiting op het OV? Daarnaast maken we met onze eigen verkeersmodellen ook inzichtelijk hoe de verkeersstromen lopen en in hoeverre je die zou kunnen vervangen door deelmobiliteit.”
Data zijn leidend
In de Hub Locator is data leidend. Naast bovengenoemde data, bevat de tool ook data over bestaande voorzieningen uit openbare bronnen. Denk aan de Basisregistratie Adressen en Gebouwen en het Haltebestand Nederland, waarin alle fysieke haltes en stations zijn opgenomen. Daarnaast worden openbare data gebruikt over netcapaciteit om in te kunnen schatten of laadvoorzieningen aan hublocaties kunnen worden toegevoegd. De inzichten worden gepresenteerd op een kaart.
Op verschillende niveaus
“We kijken op verschillende niveaus naar de data”, legt consultant Data & IT Matthijs Zwemmer uit. “Op buurt-, wijk- en stadsniveau. Een hub kan namelijk heel aantrekkelijk zijn voor de stad als geheel, maar minder belangrijk zijn op wijkniveau. Terwijl in een wijk een wijkwinkelcentrum weer heel belangrijk is, maar voor de stad van minder belang. De potentiële hubs plaatsen we met een bolletje op de kaart. Een lichte kleur betekent een lage potentie en een donkere kleur een hoge potentie. Op deze manier wordt in één oogopslag duidelijk waar de plekken zijn met de meeste potentie. Hiermee is de eerste belangrijke stap gezet. Vervolgens is het aan een gemeente om draagvlak voor de hub te creëren en op die specifieke plek grond te reserveren. De Hub Locator geeft een indicatie van geschikte locaties voor hubs en de potentie daarvan. De tool geeft geen garantie dat je de hub daar ook kunt realiseren.”
Inzicht
Voor het Amsterdamse stadsdeel Noord maakt Bas Schilder, accounthouder Deelscooter bij de gemeente Amsterdam, al gebruik van de Hub Locator. “Het helpt mij in de gesprekken die ik voer over potentiële hubs. Mijn gedachten kan ik staven met data. En dankzij die data kan ik nu laten zien dat een bepaalde locatie potentieel interessant is als je deelmobiliteit op een betere manier wil faciliteren.”
Breder getrokken kan het de markt van deelmobiliteit helpen, verwacht Schilder. “De markt is nog allesbehalve stabiel. Het is een komen en gaan van aanbieders. Sommigen redden het niet, terwijl je als gemeente dan wel hebt geïnvesteerd in de samenwerking. De markt is zoekende, merk ik, om de goede balans te vinden tussen overheid en aanbieder. Hoe kun je deelmobiliteit het beste organiseren? De Hub Locator kan ervoor zorgen dat er prioriteit gegeven wordt aan de locaties met de meeste potentie en daarmee een bijdrage leveren aan een solide inpassing van deelmobiliteit in de openbare ruimte.”
Gebruik in Zwolle
De Hub Locator wordt momenteel al gebruikt in Amsterdam, Amersfoort en Zwolle. In Zwolle heeft de gemeente het model gebruikt om beter te begrijpen waar en hoe ze deelmobiliteit het beste kan organiseren. Door duidelijke microhubs te creëren, kan de gemeente de overlast van met name deelscooters verminderen en tegelijkertijd de betrouwbaarheid en zichtbaarheid van deelmobiliteit vergroten. Ook heeft Zwolle dankzij de Hub Locator inzichten verkregen in hoe deelmobiliteit kan bijdragen aan bredere vraagstukken. Zo kan deelmobiliteit een aanvulling zijn op het bestaande openbaar vervoerssysteem in de stad.
Verandering in beleid
Naast de Hub Locator werkt Goudappel momenteel aan een tweede product. Dat product gaat inzichtelijk maken in hoeverre bepaalde beleidsingrepen potentieel deelmobiliteit versterken of beschadigen. Zwemmer: “Dit systematische model, zoals we dat nu nog noemen, willen we koppelen aan de Hub Locator. Op die manier willen we inzichtelijk maken welke gevolgen verandering van beleid heeft voor verschillende hubs op buurt-, wijk- en stadsniveau. De systemen draaien momenteel nog los van elkaar, maar die willen we samenbrengen. Dat maakt de toegevoegde waarde ervan alleen maar groter.”
Reacties