
Gemeenten krijgen met CBS-data meer grip op stadslogistiek
Het DMI-ecosysteem helpt gemeenten om toegang te krijgen tot de logistiek data van het Centraal bureau voor de statistiek (CBS). Beleidsmakers krijgen hiermee meer zicht én grip op het vrachtverkeer in de stad.
In de periode tot 2040 bouwt Den Haag zo’n 50.000 nieuwe woningen. ‘Wil je niet nu de files creëren van morgen, dan moet je goed nadenken over de stadslogistiek. Tijdens de bouw van al die woningen én daarna’, stelt adviseur stadslogistiek Laurens Tuinhout van de gemeente Den Haag.
Om goed logistiek beleid te kunnen maken, is betrouwbare data nodig. Den Haag is daarom aangesloten bij het DMI-project dat logistiek data van het Centraal bureau voor de statistiek (CBS) ontsluit voor gemeenten.
Het CBS verzamelt in Europees verband data over vrachtverkeer. Hiervoor stuurt het CBS enquêtes naar wegvervoerders die informatie aanleveren over waar hun vrachtwagens naar toe rijden. Ook wordt data aangeleverd over het voertuig, onder meer de emissieklasse en het gewicht van de lading. Deze gegevens worden door het CBS geanonimiseerd en opgeslagen in het dataplatform ‘Vehicle Emission Shipment Data Interface’, kortweg Vesdi.
Ontsluiten
Gemeenten kunnen, als zij DMI-deelnemer zijn, drie jaar lang jaar kosteloos toegang krijgen tot de Vesdi-data. Zij moeten dan wel zelf betalen voor het vierde jaar. De gegevens over stadslogistiek die zo worden ontsloten, zijn van groot belang voor gemeenten. Want zij beschikken nu niet over dergelijke gegevens. Waardoor bij het maken van ruimtelijk beleid het vrachtverkeer in de dode hoek zit. Op basis van de Vesdi-data kan de gemeente Den Haag al in de ontwerpfase van bouwprojecten ruimte inplannen voor logistiek.
Tuinhout: ‘Met behulp van de logistiek data van het CBS en andere gegevens kunnen we onder meer kengetallen en richtlijnen opstellen. Die geven we mee aan projectontwikkelaars en gebiedsadviseurs mobiliteit. Zodat het stedenbouwkundig ontwerp zo flexibel is, dat het toekomstige veranderingen op kan vangen. Denk aan de beweging naar elektrische deelauto’s en logistiek- en pakkethubs.’
Bestelbussen
In Utrecht wordt al een poosje gewerkt met de Vesdi-data. Zo heeft de stad de gegevens gebruikt voor het opstellen en uitvoeren van beleid dat moet leiden tot duurzame stadslogistiek. Waarmee de gemeente inspeelt op de verwachte en geplande groei van de stad, vertelt clustercoördinator goederenvervoer Stan de Caluwé van de gemeente Utrecht. ‘De stad groeit de komende jaren met zo’n 100.000 inwoners. Doen we niets, dan loopt alles vast.’
Op basis van de Vesdi-data heeft Utrecht het vrachtverkeer in de stad goed in kaart kunnen brengen. Maar vrachtwagens zijn goed voor slechts 10 procent van alle logistieke bewegingen in de stad. Het overgrote deel komt voor rekening van bestelbussen. En dan gaat het niet alleen om pakketbezorgers, maar vooral ook om loodgieters, elektriciens, onderhoudsmonteurs, bouwvakkers en andere klusbussen. De Caluwé: ‘De bouw is goed voor 30 procent van al het binnenstedelijke logistieke verkeer.’
Kentekencamera’s
Om ook bestelbussen te kunnen volgen, gebruikt Utrecht kentekencamera’s. Die staan op verschillende plekken in de stad. De camera’s worden voornamelijk gebruikt om boetes te versturen naar auto-eigenaren die niet in het centrum of een nul-emissiezone mogen rijden.
Om de kentekens die de camera’s registreren te kunnen gebruiken, worden ze via een onafhankelijke derde partij naar het CBS gestuurd. Het CBS anonimiseert en verrijkt de gegevens, vernietigt de kentekenbestanden en deelt de zo ‘privacyproof’ verkregen aanvullende data met de gemeente Utrecht.
De verrijkte Vesdi-data maakt het mogelijk om bijvoorbeeld het toelatingsbeleid voor de binnenstad verder aan te scherpen. De Caluwé: ‘Als we bijvoorbeeld weten hoeveel loodgieters er het centrum inrijden, dan kunnen we vooraf ook een goede inschatting maken van het aantal ontheffingen dat we moeten verstrekken.’
Standaard
Andere gemeenten werken ook aan het inzetten van kentekencamera’s voor het verzamelen van geanonimiseerde data. Een goede ontwikkeling, vindt De Caluwé. Met name omdat dit de kans biedt om hiervoor een standaard te ontwikkelen die alle gemeenten kunnen gebruiken.
De Caluwé: ‘Met zo’n standaard kun je data van verschillende gemeenten vergelijken. En, nog een stapje verder, op basis van de verzamelde gegevens van enkele gemeenten kunnen logistiek- en verkeersmodellen worden ontwikkelen die andere gemeenten kunnen gebruiken om scenario’s door te rekenen.’
Meer weten?
Gemeenten die mee willen doen aan het Vesdi-dataproject, kunnen een e-mail sturen naar info@dmi-ecosysteem.nl t.a.v. Robbert Janssen, o.v.v. ‘Vesdi-data’.
Reacties