Samen aan de slag met slimme duurzame verstedelijking en logistiek
Ineke Meijer en Cathelijne Hermans zijn sinds maart aangesteld als nieuwe programmamanagers slimme duurzame verstedelijking en logistiek. Op 18 april presenteerden zij het vernieuwde Plan van Aanpak voor Logistiek aan 20 vertegenwoordigers vanuit gemeenten. Met vier nieuwe actielijnen leggen zij de basis voor het vervolg van slimme duurzame verstedelijking en logistiek, en de inpassing van stadsdistributie in het DMI-ecosysteem.
Vernieuwd Plan van Aanpak
Het Plan van Aanpak is onderdeel van het programma Veilig, Slim en Duurzaam. Cathelijne Hermans: “Logistiek is de bloedsomloop van onze groeiende en verdichtende steden. Die bloedsomloop moet op gang blijven, maar wel in goede balans met de leefbaarheid. Met het Plan van Aanpak willen we de overlast van stads- en bouwlogistiek in de schaarse ruimte in drukke binnensteden tegengaan, en ruimte bieden voor leefbaarheid en veiligheid. Digitale en duurzame oplossingen zorgen ervoor dat logistieke processen beter verlopen, dat klanten optimaal worden bediend en dat de overlast voor bewoners en bezoekers tot een minimum wordt beperkt.”
Vier actielijnen
Rijk en gemeenten gaan komende jaren samen aan de slag om de logistieke stromen in de stad veiliger, slimmer en duurzamer te organiseren met behulp van de oplossingen op het gebied van data en digitalisering. Waarbij vooral wordt ingezet op onderlinge kennisdeling en opschaling van (veelal lokale) pilots en onderzoeken naar landelijke toepassing. Het Plan van Aanpak dat Rijk en gemeenten daarvoor opstellen, bestaat uit de volgende vier actielijnen:
1. Inzicht in logistieke stromen in de stad
Sturen op leefbaarheid in steden begint met een helder inzicht in de huidige situatie. Onder deze pijler worden verschillende acties genomen om logistieke stromen in beeld te krijgen, en op basis daarvan de stromen te optimaliseren. Als we de ladingstromen van verschillende vervoerders kennen, en ook weten waar ze vandaan komen en waar ze moeten leveren, dan kunnen logistieke stromen bijvoorbeeld gericht gebundeld worden om onnodige verplaatsingen te voorkomen. En wegbeheerders kunnen, als ze over die data beschikken, sturen op toegang tot de stad. Bijvoorbeeld door vervoerders die minimaal 70% beladen zijn en/of ten minste 5 stops in de stad maken toe te staan om ook buiten venstertijden te laden en lossen.
2. Focus op bouwlogistiek
Bouwlogistiek is de goederenstroom met de grootste omvang (in aantal voertuigen) en impact (qua gewicht, verkeersveiligheid en CO2-uitstoot) in de stad. De woningbouwopgave maakt deze stroom alleen maar forser en relevanter de komende jaren. Door de bouwlogistiek over meerdere bouwprojecten in een gebied te optimaliseren, kan de overlast van projecten voor milieu en omwonenden fors afnemen. Het gaat dan over de aan- en afvoer van materiaal, apparatuur en personeel van en naar de bouwplaats. In het Plan van Aanpak wordt ingezet op een keten- en gebiedsgerichte benadering.
3. Omgeving centraal
De klant is koning; of die klanten nou bewoners van dezelfde wijk of bedrijven op hetzelfde bedrijventerrein zijn. Maar dat leidt er wel toe dat de bestellingen van die klanten in een steeds drukker wordende stad tot veel overlast en irritatie leiden voor de omgeving. Denk maar aan de vele bestelbusjes van verschillende vervoerders die dagelijks af en aan rijden in dezelfde wijk. Of aan een straat met veel horeca: de verschillende restaurants kunnen gezamenlijk beleverd worden, zodat de overlast vermindert. Deze actielijn richt zich op het verenigen van afnemers, om tot gebiedsgerichte belevering (in plaats van per adres) te komen waardoor het aantal inefficiënte vervoersbewegingen vermindert.
4. Beleids- en uitvoeringscoördinatie
De laatste actielijn richt zich op het opschalen van de voorgaande initiatieven, zodat er echt een verschil wordt gemaakt op landelijk niveau.
Samenwerken en verbinden: het DMI-ecosysteem
Om het Plan van Aanpak te doen slagen, is samenwerking met gemeenten cruciaal. De link met het DMI-ecosysteem is dan snel gemaakt. Ineke Meijer: “Samenwerking staat centraal bij het DMI-ecosysteem: tussen bedrijven, kennisinstellingen, het Rijk, gemeenten en provincies. Het is een platform waar alles met elkaar verbonden wordt: informatie over logistiek, hubs, energiegebruik en luchtkwaliteit en meer. Ook voor de wereld van stads- en bouwlogistiek gaat dit ecosysteem waardevolle toepassingen bieden. Denk bijvoorbeeld aan het combineren van verschillende databronnen zodat we beter zicht krijgen op de logistieke bewegingen in een stad. Dat helpt gemeenten vervolgens om zinvol beleid op te stellen.”