Datagedreven parkeerbeleid: hoe Zwolle en Delft ruimte teruggeven aan de st

Zwolle en Delft delen een ambitie. Beide gemeenten zijn bezig met een fundamentele herinrichting van hun binnensteden op basis van data. Daarbij maakt de auto plaats voor (groene) leefruimte.

In een speciale sessie over datagedreven parkeerbeleid deelde mobiliteitsadviseur Gerrit Dorgelo van de gemeente Zwolle de strategie van mobiliteitshubs en het opheffen van straatparkeren. Sebastiaan Dommeck vertelde namens adviesbureau Empaction hoe zij de gemeente Delft helpen om honderden auto’s van de straat naar garages te verplaatsen en welke lessen dat heeft opgeleverd. Beiden benadrukten het belang van het achterhalen, analyseren en delen van data.

 

Aantal auto’s vertwintigvoudigd
Zwolle is in de afgelopen zestig jaar in inwonertal verdubbeld. Het aantal auto’s is zelfs vertwintigvoudigd. “We hebben nu weliswaar nog geen grote verkeersproblemen,” vertelde Dorgelo. “Maar als we niets doen, krijgen we die wel.” Daarom besloot de gemeente het roer om te gooien, onder meer door het parkeren in de binnenstad uit te faseren. In plaats daarvan komen er mobiliteitshubs in en rondom het stadshart. Die hubs zijn er in twee smaken: buurthubs voor bewoners en centrumhubs voor bezoekers van de stad. “Als mijn moeder bij mij op bezoek komt in de binnenstad, parkeert ze dichtbij in de buurthub,” legde Dorgelo beeldend uit. “Wil ze winkelen, dan is ze aangewezen op de centrumhub.” De loopafstand is dan maximaal tien minuten.

 

Dynamische parkeertool

Ook elektrisch laden verhuist naar de mobiliteitshubs. Straatlaadpalen verdwijnen in de binnenstad, net als vrijwel alle parkeerplekken op straat. Alleen voor mindervaliden blijven er plekken over, het aantal wordt zelfs uitgebreid. “In totaal geven we 6.500 vierkante meter terug aan de stad,” zegt Dorgelo. “Voor bredere stoepen, meer groen, en ruimte om te leven.” Zwolle pakt het grondig aan. Samen met adviesbureau Goudappel ontwikkelde de gemeente een dynamische parkeertool. Die voorspelt piekmomenten, zoals de kerstdrukte, en helpt bij het plannen van nieuwe mobiliteitshubs. Elk kwartaal levert een scanauto nieuwe data over de parkeerbezetting aan. “We signaleren hierdoor nu al wat we over een half jaar moeten doen”, concludeerde Dorgelo.

 

Vergelijkbare transitie in Delft

Sebastiaan Dommeck herkent de ervaringen. In Delft begeleidde adviesbureau Empaction een vergelijkbare transitie. “We hebben zo’n 300 auto’s van de straat naar garages verplaatst,” vertelt hij. “Maar dat ging niet zonder slag of stoot.” Zo was er onrust rondom de vraag of er voldoende ruimte in de garages overblijft voor bewoners én ondernemers. En daarmee was er inzicht in bezettingscijfers nodig. Het laat zien hoe gevoelig dit ligt.” Dommeck benadrukt het belang van communicatie. “Zeg niet dat je het autobezit wilt verminderen,” waarschuwt hij. “Immers, je verplaatst auto’s. Als je het zo zegt, scheelt dat een wereld aan weerstand.”

 

Complex
De verhalen van beide parkeerexperts laten zien hoe complex parkeerbeleid is. Het raakt aan leefbaarheid, economie, duurzaamheid én emoties. De les van Dommeck is dan ook om de vrijgekomen ruimte terug te geven aan bewoners en ondernemers en samen met hen te bepalen wat er met die ruimte gebeurt. “Zij zien het terecht als hun ruimte. Zeker als ze daarvoor de auto verderop  parkeren.” Participatie, binnen duidelijke kaders, is dan ook belangrijk.

Sebastiaan gaf in de sessie als voorbeeld dat bewoners van straten in Nijmegen zich kunnen aanmelden om parkeerplekken om te toveren tot zogeheten parklets, kleine publieke ruimtes met bankjes, groen of speelvoorzieningen. Daarmee krijgen bewoners letterlijk ruimte terug van de auto. “Hier is veel animo voor. Het werkt heel goed in de woonwijken waar vooral het belang van bewoners centraal staat.”   

 

Kennis en tools delen

In Zwolle is de data beschikbaar, werken betrokken afdelingen samen en staat de politiek achter het plan om geparkeerde auto’s uit het centrum te weren. “Inwoners worden alleen niet verplicht,” aldus Dorgelo. “Er zijn nog zeker tachtig bewoners die we moeten verleiden om hun vergunning in te leveren. Zolang dat niet lukt, kunnen we geen plekken opheffen.” De sessie eindigde met een gedeelde oproep: deel kennis over parkeren, deel tools en bouw samen aan een toekomstbestendige stad. “En maak vooral gebruik van bestaande dashboards, zoals dat ook in Zwolle is gebruikt,” zegt Dommeck. “Zo leren we van elkaar en hoeft niet iedere gemeente opnieuw het wiel uit te vinden.”

Verwante Artikelen

Dennis Groot geeft les in digitale transities: “Voor mijn studenten is DMI mooi voorbeeld van digitale transitie”

Naast zijn werk bij AMS-IX en zijn betrokkenheid bij DMI staat Dennis Groot ook regelmatig voor de klas. In de oude koepelgevangenis in Haarlem geeft hij studenten op de campus van de RSH Haarlem Hogeschool les in digitale transities. Vooral de organisatorische kant daarvan komt aan de orde. Daarbij fungeert DMI regelmatig als aansprekend voorbeeld.

Poolshoogte bij de PDX

Achter de schermen wordt door verschillende partijen hard gewerkt aan de realisatie van de DMI-PDX, de Producten en Data Exchange: de verzamelnaam voor alle voorzieningen waarmee we data vindbaar maken èn voor gebruik beschikbaar stellen, en waarmee we het veilig en vertrouwd datadelen maximaal willen faciliteren.

DMI Centre krijgt Spaanse versie tijdens komende editie Smart City World Expo

Min of meer vertrouwd op de kalender voor begin november: Smart City World Expo & Congress in Barcelona. Dit jaar start de beurs op dinsdag 4 november, maar ook de dagen voorafgaand aan ’s werelds meest toonaangevende smartcityevent staan bol van de netwerkmogelijkheden. Zo is er de bekende Nederlandse kick-off op zondagavond en is er op maandag voor het eerst een ‘DMI Centre op locatie’ in de Spaanse metropool: vergelijkbaar met onze gezamenlijke vergader- en ontmoetingsplek in Amersfoort, maar dan net even anders.

Reacties