Hoeveel pakketpunten zijn er eigenlijk in jouw gemeente? En waar zijn ze te vinden? Voor veel beleidsambtenaren was dat tot voor kort een blinde vlek. “Gemeenten kregen vragen van vervoerders: mogen we een pakketkluis plaatsen? Maar ze hadden geen enkel overzicht van wat er al stond”, vertelt Ida Poortinga, datavisualisatie expert bij DMI. Dat beeld is er nu wel met de Pakketpuntenviewer.
Die Pakketpuntenviewer brengt alle bemande pakketpunten en onbemande kluizen van grote vervoerders als DHL, DPD, PostNL, De Buren en VintedGo, samen in één kaart. Inclusief cirkels van 300 en 400 meter, de zogenaamde ‘slipperafstand’: de loop- of fietsafstand waarop mensen nog niet de auto pakken. “Zo kan een gemeente sturen op de STOMP-principes, minder verkeersbewegingen en een betere leefbaarheid”, legt Poortinga uit. STOMP is een principe voor duurzame mobiliteit, waarbij de prioriteit ligt bij Stappen, Trappen (fietsen), Openbaar vervoer, Mobility as a Service (MaaS) en als laatste de Privéauto.
Benieuwd naar de pakketpuntenviewer?
Bekijk de viewer op https://pakketpuntenviewer.nl/.Of gebruik de API om de data rechtstreeks te integreren in je eigen GIS-tools: pakketpuntenviewer.nl/api/v1/municipality/s-hertogenbosch. Verander dan wel de naam in die van jouw gemeente.
Van Zwolle naar heel Nederland
Het idee voor de Pakketpuntenviewer ontstond in Zwolle. Beleidsadviseur Dana Zijlmans en GIS-specialist Erwin van Veen maakten daar een kaart om inzicht te krijgen in de dekking van pakketpunten in de stad. “Toen we die in de landelijke DMI-werkgroep Slimme Logistiek lieten zien, was de reactie: dit willen we landelijk en geautomatiseerd”, vertelt Poortinga. “Daar zijn we mee aan de slag gegaan, met binnen een maand een werkende tool als resultaat. We hebben gedacht: de data is er, laten we het als experiment maar gewoon gaan bouwen.”
Scripts en moderne webapp
Ze schreef scripts, een reeks instructies voor software om processen uit te voeren, om zo de data van pakketvervoerders op te halen. Via zogenoemde API-koppelingen van de pakketvervoerders waar mogelijk, via webscraping (het automatisch verzamelen van data van websites) van de website van de vervoerders waar nodig. Robbert Janssen, projectleider Slimme Logistiek bij DMI, bouwde er een moderne webapp omheen, met automatische updates en landelijke dekking. Inmiddels bevat de viewer meer dan 10.000 pakketpunten in 342 gemeenten.
Praktisch instrument
Voor een gemeente is de viewer een praktisch instrument. “Je ziet direct of er een dekkend netwerk is in je gemeente en waar er witte vlekken zijn, waar je eventueel nog een vergunning voor een nieuw pakketpunt kunt afgeven”, zegt Poortinga. “Je kunt de viewer ook gebruiken in gesprekken met vervoerders, bijvoorbeeld om ze in de richting van white label-pakketpunten te bewegen.” Dat laatste is een belangrijk thema in het Convenant Pakketlogistiek, waarin gemeenten en vervoerders samen afspraken willen maken om pakketpunten en bezorging te stroomlijnen en waar mogelijk te bundelen.
Open source
De tool is open source, draait op gratis infrastructuur en is laagdrempelig. “We wilden geen doorlopende kosten, want dan moet je beheer- en onderhoudsafspraken maken. En het leuke van een experiment is dat je kunt verkennen of het zoveel mogelijk kosteloos kan. Daarom draait het op GitHub en Vercel, met scripts die wekelijks data verversen”, legt Janssen uit. De code staat onder open source-licentie op GitHub, zodat iedereen kan zien hoe het werkt en/of wijzigingen kan aanbrengen. Dat betekent ook dat de tool as is beschikbaar wordt gesteld, zonder garanties. De data is verzameld vanuit publieke bronnen en kan onnauwkeurigheden bevatten.
Beschikbaar voor iedereen
Niek Verschure van de gemeente ’s-Hertogenbosch vroeg al snel “kunnen we de data ook via een API-koppeling benaderen om deze in de Bossche Digital Twin op te nemen?” Poortinga: “Dat kon nog niet, maar hebben we wel meteen gerealiseerd”. Via pakketpuntenviewer.nl kunnen gemeenten nu niet alleen de kaart bekijken, maar ook data downloaden of via een API koppelen aan hun eigen systemen. Andere grote gemeenten, zoals Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam, zijn inmiddels aangehaakt.
Stan de Caluwé van gemeente Utrecht meldde dat ze met de beschikbaarheid van een landelijk dekkende kaart, een eigen ontwikkeling konden stopzetten. De toch al schaarse technische ontwikkelaars kunnen zo andere opdrachten oppakken. En ook kleinere gemeenten kunnen ermee aan de slag. “Het is gewoon beschikbaar voor iedereen”, benadrukt Poortinga.
Wat brengt de toekomst?
De huidige viewer toont alleen locaties. Maar Poortinga ziet kansen voor uitbreiding: “Idealiter wil je ook weten wat de capaciteit van een kluis is, hoe vaak hij vol zit en wanneer pakketten worden geleverd. Dat vraagt om meer datadeling. En als deze pakketpuntendata wordt gebruikt in digital twins, kan er ook een koppeling worden gemaakt met demografische data, mobiliteitshubs en logistieke hotspots zoals stations en supermarkten. Dan kun je echt veel integraler keuzes maken voor nieuwe locaties. Voorlopig is het vooral zaak om de bekendheid van deze tool te vergroten. “We hopen dat steeds meer gemeenten hem gaan gebruiken en ons laten weten wat ze ervan vinden. Misschien hebben ze zelf ideeën voor uitbreiding”, zegt Poortinga. “Dan horen we het graag. Het is nu nog een prototype, maar wel eentje die al meteen bruikbaar is.”