Ronde tafels DMI maken bouwstudenten duidelijk: toekomst is datagedreven

Tijdens de BIM Onderwijsdag van maandag 6 oktober in Utrecht gingen studenten in twee ronde tafels met experts van DMI in gesprek over hoe digitalisering het proces van gebiedsontwikkeling fundamenteel verandert. De eerste sessie zoomde in op MiniGIM. De tweede ging over datagedreven mobiliteitskeuzes. Beide gesprekken maakten duidelijk: wie de toekomst wil vormgeven, moet aan de slag met data, samenwerking en technologie.

 

Datagedreven ontwerpkeuzes over mobiliteit

In deze sessie ging Edwin Ridder (Resultant CollaborAll) met studenten in gesprek over hoe mobiliteitsdata en digital twins het proces van gebiedsontwikkeling kunnen verbeteren. Hij liet zien hoe mobiliteit – vaak een onderschatte factor – met behulp van data slim en toekomstbestendig kan worden ingericht.

“Parkeren is duur en ruimte-intensief”, begon Ridder. “Maar als je mobiliteitsdata koppelt aan ontwerpmodellen, kun je scenario’s doorrekenen waarin deelmobiliteit, OV-knooppunten en mobiliteitshubs de parkeervraag beïnvloeden.” Studenten kregen voorbeelden te zien van een project in Apeldoorn, waar activiteiten van bewoners van de stad, mobiliteitskenmerken, verkeersdrukte en OV-bereik zijn geïntegreerd in de modellen. “Daardoor kun je proactief inspelen op de situatie.”

Conflicten in de ondergrond

Een belangrijk thema was het voorkomen van conflicten in de ondergrond. “Als glasvezel, riolering en elektriciteit apart gepland worden, dan gaat de straat drie keer open”, waarschuwde Ridder. Door data te combineren in één platform en te visualiseren in het Bouw Informatie Model (BIM) en het Geografisch Informatie Systeem (GIS), kunnen clashes qua ruimte en tijd worden voorkomen. “Je ziet letterlijk waar elementen elkaar kruisen. Dat is een clash en daar moet je dan iets van vinden.”

Data nationale wegennet

Ook de impact op luchtkwaliteit en CO2-uitstoot kwam aan bod. Ridder liet zien hoe data uit het nationale wegennet en de kennis van TNO kunnen worden gekoppeld aan ontwerpkeuzes. “Naarmate een straat drukker wordt, stijgt de overlast. Misschien moet je dan geen weg aanleggen, maar een tunnel. Dat soort opties kun je verkennen met behulp van digitalisering.”

Kritisch blijven

Studenten vroegen hoe AI een rol kan spelen. Ridder gaf aan dat AI kan helpen bij het genereren van ontwerpvoorstellen die voldoen aan regelgeving zoals het 3-30-300-principe. Dat betekent drie bomen zichtbaar, dertig procent groenbedekking en driehonderd meter van een park. “Maar AI is een kansmodel”, waarschuwde hij. “Als de input niet klopt, dan krijg je ook verkeerde output. Je moet kritisch blijven.”

De sessie sloot af met een pleidooi voor ketensamenwerking en het vastleggen van kennis. “Te vaak verdwijnt kennis als mensen naar een volgend project gaan”, zei Ridder. “Door data goed te documenteren en te delen, blijft die kennis behouden en kunnen we blijvend slimmer en duurzamer ontwerpen. En hoeft het wiel niet steeds  opnieuw uitgevonden te worden.”

MiniGIM: Samen versnellen van gebiedsontwikkeling

Tijdens deze sessie gingen studenten in gesprek met Pim van Meer (VORM Holding/NEPROM) en Arjan Spruijt (DMI) over MiniGIM, een digitale aanpak om gebiedsontwikkeling transparanter te maken, te versnellen en te verbeteren.

De Omgevingsanalyse Lijst is een uitgebreide checklist van risico’s en omgevingsfactoren, zoals geluid, wind, kabels en leidingen. Zulke factoren wil je op het juiste moment in proces en ontwerp onderzoeken en afdekken of oplossen. “Als je deze lijst vooraf doorloopt, voorkom je dat je later tegen een probleem aanloopt”, aldus Van Meer. De Informatie Levering Specificatie (ILS) helpt (gebieds)ontwikkelaars om de juiste data te verkrijgen voor een betrouwbare en transparante manier van doorrekenen. Beiden vormen de kern van MiniGIM. “Het is de minimale set aan informatie die je nodig hebt om financieel en inhoudelijk goede beslissingen te nemen”, voegde Spruijt toe.

Nieuwsgierig en kritisch

Studenten reageerden nieuwsgierig en kritisch. Sommigen zagen MiniGIM als een kans om hun studierichting beter te bepalen, anderen vroegen zich af hoe je GIS en BIM effectief kunt integreren. Spruijt erkende dat de techniek er vaak al is, maar dat de koppeling met projecten en besluitvorming nog ontbreekt. “Bij gemeenten zie je dat digitale adviseurs wel bestaan, maar dat hun werk niet altijd in echte projecten wordt toegepast. De transparantie die deze open standaardtechniek — al vijftien jaar in gebruik in de bouw — met zich meebrengt, is spannend voor beide kanten van de tafel, maar wel noodzakelijk. Let op: dit is verandermanagement. Dit kost tijd.”

Vertalen naar ontwerpkeuzes

Van Meer benadrukte dat MiniGIM ook helpt politieke gevoeligheden te objectiveren. “Als je met data kunt aantonen dat een plan voldoet aan de eisen, dan wordt het gesprek met de gemeente veel helderder.” Hij riep studenten op vroeg in het proces mee te denken en te sturen op toetsbare doelen. “Je moet weten wat je wilt bereiken en dat vertalen naar ontwerpkeuzes. Anders blijf je hangen in mooie plaatjes zonder inhoud èn in oeverloze discussies.” De sessie eindigde met een oproep tot samenwerking en standaardisatie. “We moeten af van concurrentie op definities”, zei Van Meer. “Concurreer op inhoud, niet op standaarden.” MiniGIM biedt daarvoor een gemeenschappelijke taal, waarmee gemeenten, ontwikkelaars en ontwerpers sneller en beter (digitaal) kunnen samenwerken.”

 

Verwante artikelen

Communicatie
Femke Mureau

DMI Centre krijgt Spaanse versie tijdens komende editie Smart City World Expo

Min of meer vertrouwd op de kalender voor begin november: Smart City World Expo & Congress in Barcelona. Dit jaar start de beurs op dinsdag 4 november, maar ook de dagen voorafgaand aan ’s werelds meest toonaangevende smartcityevent staan bol van de netwerkmogelijkheden. Zo is er de bekende Nederlandse kick-off

Laat een reactie achter

Scroll naar boven