Regie op de ondergrond: van blinde vlek naar datagedreven keuzes

De ondergrond moet geen rommelzolder meer zijn, maar een cruciale schakel in de grote ruimtelijke opgaven. Dat was de rode draad tijdens de DMI-bijeenkomst Regie op de Ondergrond op woensdag 24 september in het Beatrixtheater in Utrecht. Beleidsmakers, kennisinstellingen en bedrijven kwamen samen om te bespreken hoe we grip krijgen op dat wat zich onder onze voeten bevindt. Unaniem waren ze het eens: digitale regie is onmisbaar.

 

[broodtekst]

René Vrugt, directeur Bodem, Ruimte en Klimaatadaptatie bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, opende de dag met een duidelijke boodschap. “De druk op de ruimte neemt toe, zowel boven- als ondergronds. We willen woningen bouwen, klimaatadaptatie realiseren en de energietransitie versnellen. Maar wie ooit een straat heeft opengebroken, weet hoe vol het daaronder is. Zonder regie lopen we vast.”

 

Betere afstemming

Vrugt schetste hoe het nationale programma Bodem, Ondergrond en Grondwater (BOG) inspeelt op deze uitdagingen. Het programma, verbonden aan de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), moet zorgen voor betere afstemming tussen overheden, sectoren en netbeheerders. “De ondergrond is te lang een ondergeschoven kindje geweest. Dat kunnen we ons niet meer permitteren. Als data en informatie ook hierover niet op orde zijn, betaal je later de prijs in vertraging, kosten en frustratie.”

 

Praktijkvoorbeelden

Hij illustreerde dat met een praktijkvoorbeeld uit Den Haag. “Bij de Binckhorst bleek een groenplan niet uitvoerbaar door vervuiling en kabels in de ondergrond. Plannen moesten worden aangepast en dat kostte tijd en geld. Daarom is het cruciaal om vroegtijdig inzicht te hebben in bijvoorbeeld de bodemkwaliteit, aanwezige kabels en leidingen en de stand van het grondwater.” Ook elders blijkt dat vroegtijdige aandacht hiervoor loont. In Almere worden bodemlagen en historische gegevens vanaf de start meegenomen in gebiedsontwikkeling. In Alphen aan den Rijn voorkwam kennis van de bodemsamenstelling dat er gebouwd werd op minder toekomstbestendige locaties. Vrugt: “Als je die informatie niet hebt, loop je later tegen beperkingen aan.”

 

Digitale regie als versneller

Caspar de Jonge, programmamanager van het DMI-ecosysteem, benadrukte dat digitale technologie de sleutel is om integraal te werken. “We hebben nog weinig dagen tot 2030 om forse klimaat-, woningbouw- en stikstofdoelen te halen. Dat vraagt om snelheid en slimme keuzes. Maar zolang iedereen in zijn eigen werkelijkheid zit, blijven we tegen faalkosten en vertraging aanlopen.”

 

Voorbij de pilots

Volgens De Jonge ligt de oplossing in een totaal digitaal beeld van boven- én ondergrond, inclusief tijdsdimensie. “4D dus. Met digitale tweelingen, interoperabele systemen en goede afspraken over datadeling kunnen we scenario’s doorrekenen, risico’s inschatten en functies combineren. Dat maakt gebiedsontwikkeling sneller, goedkoper en duurzamer.” Hij waarschuwde wel voor versnippering. “Er zijn talloze pilots, maar te weinig opschaling. We moeten voorbij het experiment, naar structurele samenwerking. Dat vraagt om vertrouwen, standaarden en een federatief datamodel waarin publieke en private partijen hun data veilig kunnen delen.”

 

Drie rondes met opbouw

In de subsessies tijdens deze DMI-dag zat een duidelijke opbouw. Van beleid over de ondergrond (ronde 1) naar ruimtelijke planning (2) en het verbeteren van data, informatie en toepassingen (3). Zo presenteerde Posad Maxwan hoe verschillende typen gebruikers een strategische druktekaart inzetten. Ook de concrete casus van het Verticaal Kabels- en Leidingensysteem (VKLS) kwam voorbij. Dat is een innovatieve manier om orde te scheppen in alle kabels en leidingen. En de gemeente Den Haag, CROW, Purple Polar Bear en Avineon Tensing vertelden gezamenlijk hoe je de mens meekrijgt in digitale innovaties. 

 

Plannen van kazernes

Het afsluitende deel liet zien hoe digitale regie er in de praktijk uitziet. Ronald Cozijn van het projectteam Integraal Gebiedsinformatie Management van Defensie demonstreerde hoe kunstmatige intelligentie en parametrisch ontwerpen helpen bij het plannen van kazernes. “We koppelen beleidskaders, normen en ondergrondgegevens in één model. Zo kunnen we in een vroeg stadium locaties toetsen op haalbaarheid, kosten en risico’s – nog vóór de eerste schop de grond in gaat. Vroeger kwamen cruciale inzichten pas laat in het proces aan het licht. Nu halen we data naar voren. Dat voorkomt dure verrassingen.”

 

In één oogopslag

Anne Dullemond van StrateGis liet zien hoe 3D-modellen gebiedsontwikkeling transparanter maken. Met de Siteplanner kunnen planners en ontwerpers in één oogopslag zien waar kabels, leidingen, bomen en waterlopen zich bevinden. “Het is geen ontwerptool, maar een beslisinstrument. Je kunt scenario’s doorrekenen, risico’s visualiseren en stakeholders meenemen in keuzes.”

 

Geodatafundament

Martin Peersmann, programmamanager Basisregistratie Ondergrond bij het ministerie van VRO, plaatste deze voorbeelden in een bredere context. Hij wees op de noodzaak van een nationaal geodatafundament en aansluiting bij Europese standaarden. “We werken aan een netwerk van lokale digitale tweelingen die met elkaar kunnen praten. Dat vraagt om afspraken over datadeling, standaarden en governance. Zonder dat fundament blijven we eilandjes bouwen.”

 

Geen technisch vraagstuk alleen

Peersmann benadrukte dat dit niet alleen een technisch vraagstuk is. “Het gaat om samenwerking tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen. Om vertrouwen, juridische kaders en een gedeelde visie. Alleen dan kunnen we maatschappelijke opgaven – van woningbouw tot klimaatadaptatie – versnellen.”

 

De dag eindigde met een oproep die alle sprekers verbond: neem regie, werk samen en benut digitale middelen. Of zoals Vrugt het verwoordde: “Laten we de ondergrond niet overlaten aan toeval. Regie op de ondergrond is regie op de toekomst.”

Verwante artikelen

Communicatie
Femke Mureau

DMI Centre krijgt Spaanse versie tijdens komende editie Smart City World Expo

Min of meer vertrouwd op de kalender voor begin november: Smart City World Expo & Congress in Barcelona. Dit jaar start de beurs op dinsdag 4 november, maar ook de dagen voorafgaand aan ’s werelds meest toonaangevende smartcityevent staan bol van de netwerkmogelijkheden. Zo is er de bekende Nederlandse kick-off

Laat een reactie achter

Scroll naar boven