Nieuwe DMI-deelnemer The Greenlabel Institute maakt groen meetbaar

Wat is groen eigenlijk waard? Lodewijk Hoekstra, medeoprichter van NL Greenlabel: “We kunnen eindeloos praten over duurzaamheid, maar als je het niet concreet en meetbaar maakt, blijft het bij goede bedoelingen.” Samen met landschapsontwerper Nico Wissing richtte Hoekstra daarom in 2010 NL Greenlabel op.  

Hoekstra werd bekend als ‘groenste tv-tuinman’ in het programma Eigen Huis & Tuin, maar zag al vroeg dat de sector waarin hij werkte niet duurzaam genoeg was. “Je leert in je opleiding dat de mens de baas is en dat alles netjes moet zijn. Maar biodiversiteit en klimaatadaptatie vragen echt om een andere benadering; een benadering waarbij de mens zich aanpast aan de natuur en je gericht ruimte maakt voor de natuur.”  

Label voor groen  

Het idee voor een label ontstond vanuit een simpele vergelijking: voor woningen en energie bestaan al labels, waarom eigenlijk niet voor groen? “We hebben gekeken naar bestaande keurmerken, maar die waren vaak sectoraal ingestoken. Wij wilden een integraal label dat kijkt naar de hele levenscyclus. Van productie tot beheer.”

Welke labels zijn er?  

Met labels voor de natuurinclusieve leefomgeving maakt NL Greenlabel de integrale duurzaamheid van gebieden, terreinen, tuinen en van producten, planten en materialen inzichtelijk. Hoekstra: “Op basis van verzamelde data, gecombineerd met menselijke expertise, kunnen we onderbouwde uitspraken doen over de natuurinclusiviteit van projecten, producten en planten.” Als eerste zijn er labels voor de leefomgeving: het gebiedslabel, het terreinlabel en het tuinlabel. Vergelijkbaar met een energielabel worden de deelscores op diverse onderwerpen – klimaat, biodiversiteit en gezondheid – uitgedrukt in een score. Van A, uitstekend, tot G, ondermaats. De labels worden aangevraagd door overheden, gebiedsontwikkelaars, maar ook door individuele bedrijven en particulieren. Als tweede kent NL Greenlabel labels voor producten, planten en materialen. Fabrikanten, leveranciers en kwekers kunnen met een label laten zien hoe duurzaam hun productaanbod is. Zie voor meer informatie https://nlgreenlabel.nl/labeling/   

Stap naar gebiedsontwikkeling  

Met subsidie van de Green Deals van het Rijk begon NL Greenlabel met labels voor producten en planten. Green Deals zijn afspraken tussen de Rijksoverheid en andere partijen. Al snel volgde de stap naar gebiedsontwikkeling. “Projectontwikkelaars gaven aan dit nodig te hebben om te laten zien dat hun ambities ook werkelijkheid worden.” Inmiddels werken meer dan tweehonderd partners met het label. Van gemeenten tot bouwbedrijven. Onder de partners zijn Heijmans, BPD, Blauwhoed, BAM Wonen, Dura Vermeer en Ballast Nedam.  

Vanaf 2026 vallen het partnernetwerk en de methodiek met de naam Greenlabel Standards onder The Greenlabel Institute. Hoekstra: “Dat om de methodiek en de toepassing te scheiden. Ook hebben we in het Institute het EcoCertified Solar Parks-label ondergebracht.” Met dat label kunnen zonneparken worden beoordeeld op natuurinclusiviteit. 

Extra uitgedaagd  

De complexiteit van duurzaamheid vraagt om digitale oplossingen. “We hebben onszelf extra uitgedaagd door het label volledig te digitaliseren”, vertelt Hoekstra. Dat leidde tot het Register Duurzame Leefomgeving, een platform dat met behulp van openbare en ingekochte data inzicht geeft in de kwaliteit van gebieden. “Je kunt een wijk invoeren en jaarlijks monitoren: hoe ontwikkelt het zich bijvoorbeeld als het gaat om hittestress, boomkroonvolume en biodiversiteit? Dat is goud waard voor gemeenten en ontwikkelaars.” 

Tempo maken  

Het platform vormt ook de basis voor het Nationaal Dashboard Toekomstbestendige Leefomgeving, waarmee heel Nederland wordt doorgerekend. “Elke gemeente kan zien hoe haar wijken scoren. Het is een soort Funda, maar dan voor de kwaliteit van je leefomgeving.” Daarmee wordt ingespeeld op een bredere trend: digitalisering als voorwaarde om duurzaamheid schaalbaar te maken. “Als je het niet datagedreven oppakt, blijft het bij pilots. Terwijl wij juist tempo willen maken.” 

Waarom aangesloten bij DMI? 

Sinds kort is The Greenlabel Institute deelnemer van het DMI-ecosysteem. Voor Hoekstra een logische stap. “De opgaven zijn enorm: een miljoen woningen erbij, klimaatadaptatie, biodiversiteit… Gemeenten worstelen met die complexiteit. Wij geloven dat samenwerking en standaardisatie cruciaal zijn. DMI biedt een platform om kennis te delen en oplossingen op te schalen.” 

Wat geeft ‘groene kwaliteit’ aan gebieden?  
Een veelgebruikte vuistregel om groene kwaliteit in steden te waarborgen is de 3-30-300-regel: vanuit elke woning zicht op drie bomen, minimaal 30 procent bladerdek in de directe omgeving en op maximaal 300 meter afstand een park of groene ruimte. Deze norm helpt gemeenten om niet alleen meer groen aan te leggen, maar ook om het goed te verdelen en toegankelijk te maken. Hoekstra: “Essentieel voor gezondheid, biodiversiteit en klimaatadaptatie.”  

Common op een van de marktplaatsen 

Binnen DMI ziet Hoekstra kansen om methodiek van The Greenlabel Standard breed beschikbaar te maken. “Dit is een integraal afwegingskader waarmee de waarde van groen objectief kan worden vastgesteld. Van planten en producten tot complete gebieden. Ons afwegingskader is wetenschappelijk gevalideerd en wordt al tien jaar toegepast. Ook dat zou een common kunnen worden op een van de marktplaatsen in het ecosysteem. We hebben net recent het Nationaal Dashboard Toekomstbestendige Leefomgeving ontsloten voor de DMI-deelnemers.”  

Biodiversiteitsverlies grotere bedreiging  

Ook het dashboard en het register kunnen gemeenten helpen om datagedreven te werken. “Het gaat erom dat beleidsmakers niet verdrinken in regels, maar sturen op ‘groene’ kwaliteit. Deze platforms kunnen een goede basis zijn.” Hoekstra benadrukt dat groen een noodzaak is. “We hebben het vaak over CO2-reductie, maar biodiversiteitsverlies is misschien wel een grotere bedreiging. Het raakt voedselvoorziening, gezondheid en migratie. Als we die ontwikkeling weten om te draaien, ligt er een enorme kans voor waardecreatie.”  

Toekomstbestendig 

Met The Greenlabel Institute én NL Greenlabel wil hij die waarde zichtbaar maken. “Groen levert ecosysteemdiensten en gezondheidsbaten. Diensten zijn bijvoorbeeld waterberging, koeling, luchtzuivering en een habitat voor biodiversiteit. Baten zijn een betere mentale gezondheid, meer beweging en lagere zorgkosten. Dat alles moet je kunnen aantonen, anders verdwijnt die waarde in de strijd om ruimte.” De komende jaren wil The Greenlabel Institute dan ook samen met koplopers versnellen. “Doorgrond je leefomgeving. Kijk wat er is, wat er nodig is en stuur op kwaliteit. Op die manier maken we Nederland toekomstbestendig.” 

Verwante artikelen

Laat een reactie achter

Scroll naar boven
Ga naar de inhoud