Juridisch groen licht voor ‘slimme’ laad‑ en losplekken

De druk op de ruimte in onze binnensteden neemt snel toe. Logistiek verkeer, terrassen, fietsers en voetgangers claimen elke vierkante meter, meerdere keren per dag. Gemeenten zoeken naar manieren om laad‑ en losplekken efficiënter, eerlijker en vooral slimmer te organiseren. Een nieuwe juridische analyse door advocatenkantoor AKD biedt helderheid: veel van de gewenste digitale maatregelen blijken gewoon mogelijk.

Bij de DMI‑werkgroep Slimme Logistiek werken gemeenten samen aan oplossingen voor ongewenst gebruik van laad‑ en losplekken. Volgens Tarik Amrhar, coördinator Smart Mobility bij de gemeente Utrecht, is de noodzaak om te reguleren groot. “Bedrijfsvoertuigen staan soms heel lang op een laad- en losplaats, waardoor het feitelijk om parkeren gaat. Daarnaast zien we oneigenlijk gebruik: personenauto’s, aanhangers en servicebusjes die de plek bezet houden terwijl ze niet aan het laden of lossen zijn. ” Daar komt bij dat veel vervoerders simpelweg niet weten waar de laad‑ en losplekken zijn. “Het gebeurt regelmatig dat een vrachtauto midden in de straat staat te lossen, terwijl een vrije plek dertig meter verderop beschikbaar is.”

Juridisch advies

De gemeenten Utrecht, Amsterdam en Rotterdam vroegen gezamenlijk of er vanuit de DMI-werkgroep een juridisch onderzoek uitgezet kon worden naar (on)mogelijkheden van digitale middelen voor het verbeteren van het gebruik van laad- en losplaatsen. AKD leverde dit advies.

Het advocatenkantoor bracht daarmee goed nieuws: gemeenten hebben ruimte om het gebruik van laad‑ en losplekken beter te reguleren. Zo mogen zij via onderborden tijdslimieten instellen. Dat maakt het mogelijk om langdurig ‘schijnladen’ tegen te gaan. Daarnaast mogen laad‑ en losplekken worden gereserveerd voor specifieke soorten voertuigen of doelgroepen. Bijvoorbeeld voor vrachtwagens en bestelbussen of voor hotelleveringen. Ook mogen gemeenten gebruikers verplichten zich te registreren via een app, bijvoorbeeld om een tijdslot te reserveren. Een niet‑digitaal alternatief is juridisch niet verplicht.

Met een app

Amrhar reageert: “Binnen de huidige wet‑ en regelgeving is het dus mogelijk om met behulp van een app het laden en lossen te reguleren. Dat geeft ons de ruimte die we nodig hebben om slimme laad‑ en losplekken verder te ontwikkelen.” Toch zijn er ook bepaalde zaken die voor gemeenten niet zijn toegestaan. Zo mogen zij niet afdwingen dat het laden en lossen uitsluitend op een laad- en losplek gebeurt. Het blijft toegestaan om te laden en lossen op reguliere parkeerplekken of, als er geen stopbord staat, op de weg. Dat is een relevante inperking van de mogelijkheid voor gemeenten om het gebruik van de gereguleerde laad- en losplaatsen verplicht te stellen.

De druk op stedelijke ruimte groeit door verstedelijking, verduurzaming en toenemende logistieke bewegingen. Utrecht ziet de noodzaak tot regulering dagelijks terug op straat. Amrhar: “De ruimte is schaars en die willen we efficiënter inzetten. Voertuigen staan nu vaak op plaatsen waar ze hinder veroorzaken, terwijl de laad‑ en losplaats er ongebruikt bij ligt.” Daarbij zoeken gemeenten naar flexibel ruimtegebruik. “We willen dat een plek meerdere functies kan hebben. Bijvoorbeeld ’s ochtends laden en lossen, ’s middags een terras en ’s avonds parkeren.” Ook vervoerders vragen actief om digitale ondersteuning: waar zijn de laad‑ en losplekken, wanneer zijn ze vrij, kunnen routes erop worden afgestemd?

Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Groningen

De juridische duidelijkheid maakt de weg vrij voor concrete actie. “We gaan direct aan de slag met onze leverancier van slimme laad‑ en losplekken en starten een pilot”, zegt Amrhar. De pilot moet laten zien hoe digitaal inchecken/starten van een laad- en lossessie, tijdslimieten en flexibilisering van ruimtegebruik in de praktijk samengaan. Op basis van de uitkomsten wil Utrecht de aanpak uitbreiden naar meer locaties. “Als je als vervoerder mee wilt doen, neem dan contact met ons op”, zegt Amrhar.

Hij roept tot slot ook andere gemeenten op om zich aan te sluiten bij het gezamenlijke traject: “Er zijn al eerdere pilots in Amsterdam, Rotterdam en Groningen geweest, maar de schaal voor doorontwikkeling ontbreekt. Sluit je aan bij de werkgroep Slimme logistiek van DMI om samen een standaard data‑oplossing te ontwikkelen. Zowel gemeenten als vervoerders profiteren daarvan. Denk aan minder hinder, minder zoekverkeer en een beter leefbare stad.”

Inzicht gegeven

Lukas Kolkowski, Adviseur DRO, Verkeersmanagement Gemeente Amsterdam: “In Amsterdam zien we veel misbruik van laad- en losplaatsen en is het moeilijk erop te handhaven. De juridische verkenning heeft ons het inzicht gegeven om meer regie op laad- en losplaatsen te kunnen voeren door tijdslimieten en doelgroepenbeperkingen te hanteren. We zijn op dit moment aan het verkennen hoe we deze middelen kunnen inzetten.”

Slimmer inzetten

Kortom, het AKD‑advies geeft gemeenten een stevig fundament. Tijdslimieten, doelgroepbeperkingen en digitale aanmeldsystemen zijn dus juridisch mogelijk. Daarmee kunnen steden de schaarse laad‑ en losruimte slimmer inzetten en tegelijkertijd de logistieke sector beter bedienen.

Verwante artikelen

Laat een reactie achter

Scroll naar boven
Ga naar de inhoud