DMI-ecosysteem als aansprekend voorbeeld opgenomen in OESO-rapport ‘Smart City Data Governance’

Het DMI-ecosysteem is als internationale voorbeeldcasus opgenomen in het OESO- rapport over Data Governance in Smart Cities. Op 13 oktober werd dit rapport online gelanceerd, als initiatief vanuit de OESO Working Party on Urban Policy (WPURB). Doel is beleidsmakers in staat te stellen effectief databeleid te voeren voor de slimme stad, voortbouwend op internationale ervaringen. 

De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling; ook wel OECD genoemd) is een samenwerkingsverband van 38 voornamelijk rijke landen, met als doel sociaal en economisch beleid te bespreken, te bestuderen en te coördineren. Het rapport ‘Smart City Data Governance’ richt zich op nationale en lokale overheden, en beschrijft de uitdagingen én oplossingen van databeleid in relatie tot slimme steden. Slimme steden hebben namelijk de potentie om snelle en betere publieke dienstverlening tot stand te brengen. Michiel van Dongen, kenniscoördinator van het DMI-ecosysteem bij het ministerie van IenW, was één van de sprekers tijdens de online lancering van het rapport. “Ondanks het brede scala aan lokale en nationale initiatieven om het databeheer van slimme steden te verbeteren, blijft effectief databeleid een uitdaging”, zo vertelt Michiel. “Er valt nog een wereld te winnen door ervaringen op dit gebied uit te wisselen. Het DMI-ecosysteem is een concrete, Europese invulling van huidig en aanstaand beleid én de technologische en organisatorische mogelijkheden om dit in de praktijk te brengen. Het is gebaseerd op publiek-private samenwerking en het bieden van transparantie en rechtszekerheid, onder andere op het gebied van burgerrechten, publieke waarden en commerciële voorwaarden. Dat is essentieel voor het vertrouwen om effectief, doelgericht en rechtmatig gegevens te ontsluiten, beheren, delen en gebruiken, zodat in co-creatie maatschappelijke meerwaarde kan ontstaan. Die basis, plus ons gerichte groeipad naar impact-op-schaal en de manier waarop we ons publiek-privaat hebben georganiseerd en het ecosysteem hebben gestructureerd in lagen en thema’s, zorgden ervoor dat DMI een voorbeeldfunctie kreeg toebedeeld.”

Vele voorbeelden

Het OECD-rapport stelt dat het succes van smart city-projecten voor een groot deel afhangt van de beschikbaarheid en het effectieve gebruik van data. Van een lokaal tot een nationaal niveau haalt het vele ervaringsvoorbeelden aan: landelijke datastrategieën uit Japan, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, Open Data-programma’s uit onder meer Spanje, richtlijnen en kaders voor regelgeving om de privacy en veiligheid van gegevens te waarborgen, als ook allerlei platform-, kader-, en standaardisatievoorbeelden op de schaal van metropolitane gebieden.

Op basis van het onderzoek beschrijft het rapport zes algemene uitdagingen (voor met name lokale én nationale overheden) – met bijbehorende aanbevelingen:

  • Onvoldoende financiële middelen – combineren van budgetten tussen organisatorische silo’s en/of steden, samenwerken met marktpartijen
  • Tekort aan business-modellen – opzetten van een data-ecosysteem
  • Toegang tot expertise op datamanagement en analyse – bijscholing, netwerkevents, samenwerken met IT-sector en onderwijssector
  • Compliance van private sector – implementeren van audit mechanismen
  • (Digitale) Veiligheidsrisico’s – investeren in capaciteit en capability
  • Data-opslag in silo’s – bouwen van data platforms, adoptie van data standaarden, promoten van een ‘open data’-beleid

Uitwisselen van ervaringen

In de panelsessies tijdens de launch werden veel van deze uitdagingen door de deelnemers herkend, en werd de algemene conclusie bevestigd dat het (internationaal) uitwisselen van ervaringen het oplossingsvermogen ten goede kwam. “Het werd al snel duidelijk dat elk land en elke stad een unieke combinatie van uitdagingen en mogelijkheden kent, maar dat niemand “de code” al heeft “gekraakt”, aldus Michiel. “En dat is wat ons bindt. Als Nederland kunnen wij op technisch, organisatorisch én beleidsniveau zeker nog iets leren van andere deelnemende partijen. Omgekeerd was er ook duidelijk interesse in onze nationale DMI-aanpak, getuige de concrete vragen over de kopieerbaarheid van onze aanpak. Dit bevestigde de internationale interesse in DMI die we eerder onder meer al vanuit Singapore en Zuid-Korea hebben ervaren.”

Het rapport ‘Smart City Data Governance’ is hier in te zien.

Meer weten?

Wil je meer weten over de Kennispijler van DMI, waarmee we Nederland klaarstomen om beter datagedreven te kunnen werken aan slimme, duurzame verstedelijking en mobiliteitsvernieuwing? Neem dan contact op met Michiel van Dongen of Marcel Westerman via dmiteam@minienw.nl.

Verwante Artikelen

Samenvatting bevindingen Vervoerslogistieke Werkdagen 2024

De bijeenkomst van de Vervoerslogistieke Werkdagen bood inzicht in verschillende aspecten van slimme en duurzame logistiek, met deelnemers uit de Nederlandse en Vlaamse academische wereld, overheid en bedrijfsleven. De discussies en presentaties omvatten een breed scala aan onderwerpen, van stadslogistiek beleid en uitvoering tot de impact van modal shift en efficiëntiemaatregelen op CO2-reductie, spoorvervoer, logistiek onderwijs, en de economische aspecten van logistiek.

Conferentie ‘MaaS, hubs en deelmobiliteit – mobiliteitsvernieuwing in slimme, duurzame steden’

Carpoolend, met de (elektrische) auto, trein of fiets. Deelnemers aan de conferentie ‘MaaS, hubs en deelmobiliteit – mobiliteitsvernieuwing in slimme, duurzame steden’ kwamen op donderdag 16 februari jl. op allerlei manieren naar DeFabrique in Utrecht. Dat bleek na een snelle peiling van dagvoorzitter Joost Hoebink, waarmee hij een dag vol inzichten, inspiratie en urgentie opende. Waar staan we met het slim en duurzaam vormgeven van mobiliteit? En hoe verhoudt de mobiliteitsopgave zich tot die andere grote doelen voor 2030? De Utrechtse Merwedekanaalzone diende als lichtend voorbeeld.

Reacties

Ga naar de inhoud